Filter
Top Products
49
REPARATIEWERKZAAMHEDEN
De motor start niet
De motor start moeilijk
De motor hapert
De motor heeft onvol-
doende vermogen
De motor raakt overver-
hit
De motor maakt veel
lawaai of maakt schok-
kende bewegingen
De motor slaat af tijdens
gebruik
De aan-/uitschakelaar staat in de
positie Off.
Er zit geen brandstof in het reservoir.
Het brandstoffilter is verstopt.
De brandstofleiding is verstopt.
De bougie heeft kortsluiting of is vuil.
De bougie is stuk (porselein gebar-
sten of elektroden gebroken).
Ontstekingskabel kortgesloten,
gebroken of geen contact meer met
de bougie.
Ontsteking buiten werking.
Water in benzine of vervuilde brand-
stof.
Lekken bij de koppelingen van de
carburateur of de cilinderbasis.
Klein vonkje bij de bougie
Vuil in de brandstofleiding of de car-
burateur.
Bougie vuil, gebroken of verkeerde
afregeling van de tussenruimte.
Klein of onderbroken vonkje bij de
bougie.
Luchtfilter verstopt.
Uitlaatdemper verstopt.
Uitlaatopeningen verstopt.
Vonkenvanger verstopt.
Zwakke compressie.
Gebrekkige luchtcirculatie.
Verkeerde bougie.
Lagers, zuiger of cilinderwanden ver-
sleten.
Afstelling van de carburateur ”onvol-
doende”.
De motor raakt oververhit.
Zet de aan-/uitschakelaar op ”on”.
Vul het reservoir.
Reinig het brandstoffilter.
Reinig de brandstofleiding.
Vervang de bougie.
Vervang de bougie.
Vervang de stroomdraad of verbind deze met de
bougie.
Neem contact op met uw dealer.
Leeg het gehele systeem en vul het reservoir met
verse brandstof.
Zet de starthendel open en geef twee of drie keer
gas.
Sluit de carburateur weer.
Vervang de koppelingen van het thermische blok.
Neem contact op met uw dealer.
Verwijderen en reinigen.
Reinig of vervang de bougie - regel de tussen-
ruimte tussen de elektroden af op 0,6 tot 0,7 mm.
Neem contact op met uw dealer.
Reinig of vervang het luchtfilter.
Verwijder de koolaanslag uit de uitlaatdemper.
Demonteer de uitlaatdemper en verwijder alle
koolaanslag uit de uitlaatopeningen. Zorg ervoor
dat de zuiger en de cilinderwanden niet worden
beschadigd. Blaas alle koolaanslag weg met
samengeperste lucht. Plaats de uitlaatdemper en
de afdekking weer terug.
Reinig de vonkenvanger.
Neem contact op met uw dealer.
Reinig het vliegwiel, de cilinderkoelribben en het
luchtfilter.
Vervang de bougie met een door de motormonteur
aanbevolen exemplaar.
Neem contact op met uw dealer.
Neem contact op met uw reparateur.
Verwijder vuil en stof dat tussen de ribben zit.
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
zie
pagina
26
15-16
41-42
39-40
23
39-40
37-38
43
39-40
46
NL