Kensington 150 Portable Generator User Manual


 
De motor van uw voertuig starten en laten draaien
Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter kan worden gebruikt met of zonder draaiende motor van uw voertuig. Uw
gelijkstroom-wisselstroomomzetter kan echter tijdelijk ophouden met functioneren op het moment dat de motor van uw
voertuig wordt gestart, omdat de spanning van de accu tijdens het aanzwengelen van de motor aanzienlijk kan dalen.
Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter trekt minder dan 0,2 ampère van de accu van uw voertuig wanneer de omzetter geen
voeding levert aan een apparaat. In de meeste gevallen kunt u uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter dan ook aangesloten
laten op de voedingsbron met gelijkspanning van uw voertuig wanneer de omzetter niet in gebruik is, juist omdat deze zo
weinig stroom afneemt. Als uw voertuig echter meer dan één dag ongebruikt blijft, dient u uw gelijkstroom-
wisselstroomomzetter los te koppelen van de voedingsbron met gelijkspanning van uw voertuig. Wij bevelen dan ook aan om
uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter met behulp van de schakelaar aan de zijkant van de omzetter UIT te zetten wanneer
deze niet in gebruik is. Het LED-lampje aan de bovenzijde van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gloeit niet wanneer de
gelijkstroom-wisselstroomomzetter op correcte wijze is UITGESCHAKELD.
Afhankelijk van variabelen zoals de staat van de accu, het soort apparaat dat wordt gebruikt, en zelfs het weer, kan een
autoaccu na 2 tot 8 uur leeg zijn. Gebruikers dienen dan ook de spanning te controleren of het voertuig elk uur te starten om
de accu van het voertuig op te laden. Dit vormt een goede bescherming tegen een onverwachte uitval van de apparatuur en
garandeert dat er altijd voldoende vermogen is om uw voertuig te starten.
Bij een draaiende motor heeft de accu van uw voertuig veel meer capaciteit beschikbaar bij ook nog eens een hogere
spanning. Als de gelijkstroom-wisselstroomomzetter zichzelf vanwege een buitensporige belasting uitschakelt wanneer de
motor niet draait, kan dit probleem wellicht worden verholpen door de motor van het voertuig draaiende te houden.
Waarschuwing! Laat de motor van uw voertuig niet draaien in een garage of andere
afgesloten ruimte! Als u de motor van uw voertuig stationair laat draaien voor het voeden
van het draagbare elektronische apparaat dat u hebt aangesloten op uw gelijkstroom-
wisselstroomomzetter, of voor het opnieuw opladen van de accu van het voertuig, dient u
dit alleen te doen in een goed geventileerde ruimte of buiten andere afgesloten ruimten.
Automobielen en recreatievoertuigen geven kooldioxide af dat ernstig letsel of de dood kan
veroorzaken als de motor van het voertuig draait in een garage of andere afgesloten ruimte,
dan wel in de nabijheid van afgesloten ruimten.
Werking van de voorzieningen voor automatisch veilig uitschakelen van uw gelijkstroom-
wisselstroomomzetter
Overspanning—Het LED-lampje van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gaat ROOD branden en de omzetter schakelt zichzelf
uit wanneer de ingangsspanning van uw voertuig of de accu ervan 16 V gelijkspanning overschrijdt. Verwijder de aansluiting voor
de sigarettenaansteker en sluit deze weer aan om uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter weer te starten.
Laagspanning—Het LED-lampje van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gaat ROOD branden en de omzetter schakelt zichzelf
uit wanneer de ingangsspanning van uw voertuig of de accu ervan minder is dan 11 V gelijkspanning. Start de motor van uw
voertuig opnieuw om de accu op te laden.
Overbelasting—Het LED-lampje van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gaat ROOD branden en de omzetter schakelt zichzelf
automatisch uit wanneer de wisselspanningsafname 150 watt overschrijdt. Verwijder de aansluiting voor de sigarettenaansteker
en sluit deze weer aan om uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter weer te starten.
Oververhitting—Het LED-lampje van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gaat ROOD branden en de omzetter schakelt zichzelf
automatisch uit wanneer de interne temperatuur 60 °C (140 °F) overschrijdt. Verwijder de aansluiting voor de sigarettenaansteker
uit de voedingsbron met gelijkspanning en laat uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gedurende ten minste 15 minuten afkoelen
voordat u de aansluiting voor de sigarettenaansteker weer aansluit.
Waarschuwing! Raak het uiteinde van de aansluiting voor de sigarettenaansteker van de
gelijkstroom-wisselstroomomzetter niet aan na gebruik. De aansluiting is mogelijk heet
en kan uw huid verbranden of ontvlambare materialen in brand zetten. Laat de aansluiting
voor de sigarettenaansteker van de gelijkstroom-wisselstroomomzetter volledig afkoelen
voordat u deze op een veilige plaats opbergt.
Vereisten voor de voedingsbron met gelijkspanning
Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter mag alleen worden aangesloten op voertuigen met een voedingsbron met gelijkspanning
met een nominale uitgangsspanning van 12 volt. Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter werkt niet vanaf een accu/batterij van 6
volt, terwijl deze kan worden beschadigd bij aansluiting op een accu van 24 volt. De voedingsbron dient tussen 11 en 15,5 volt
gelijkspanning te leveren. De voedingsbron kan bestaan uit een accu, batterij of andere goed gereguleerde 12-volts voeding met
gelijkspanning. Controleer de gebruikershandleiding voor uw voertuig.
Tevens moet de voeding de stroom kunnen leveren die nodig is voor de werking van de belasting die wordt gecreëerd door het
draagbare elektronische apparaat dat u wilt gaan voeden. De volgende richtlijn is een grove benadering: deel het energieverbruik
van het apparaat (in watt) door 12 (de nominale ingangsspanning); hierdoor krijgt u de stroom (in ampères) die de voedingsbron
moet leveren. Voorbeeld: Als het vermogen van een apparaat is vastgesteld op 120 watt, moet de voedingsbron het volgende
kunnen leveren: (120/12) = 10 ampère. Bij de meeste voertuigen hebben de uitgangen van 12-volts sigarettenaanstekers
zekeringen die een stroomafname via die uitgang van 15 tot 20 ampère toestaan.
25
NEDERLANDS
Bepaalde batterij- en acculaders voor batterijen en accu’s die worden gebruikt in elektrische gereedschappen. Deze opladers
hebben waarschuwingslabels die vermelden dat er in de batterij-/accu-aansluitingen gevaarlijke spanningen zitten.
Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter is niet geschikt voor gebruik in combinatie met apparaten en apparatuur die warmte
produceren, zoals magnetronovens, broodroosters, waterketels, haardrogers, krultangen en elektrische kachels. Gebruik uw
gelijkstroom-wisselstroomomzetter niet voor of in combinatie met deze producten.
Het wordt niet aanbevolen om uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter te gebruiken in combinatie met inductieve ladingen,
bijvoorbeeld: pompen, compressoren of fluorescerende lampen.
Gebruik van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter
Kensington beveelt aan om uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter na gebruik UIT te zetten en deze los te koppelen van de
sigarettenaansteker of voedingsbron in het voertuig.
Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter aansluiten op een sigarettenaansteker of
voedingsbron in het voertuig
1. Sluit uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter aan op de voedingsbron door de aansluiting voor de sigarettenaansteker stevig
in te brengen in de sigarettenaansteker/voedingsbron in het voertuig of een andere voeding met gelijkspanning.
Waarschuwing! Wees voorzichtig bij het verwijderen van de aansluiting voor de
sigarettenaansteker van uw voertuig uit de opening ervan. De sigarettenaansteker is
mogelijk heet en kan uw huid verbranden of ontvlambare materialen in brand zetten. Laat de
aansluiting voor de aansteker volledig afkoelen voordat u deze op een veilige plaats opbergt.
2. Zorg ervoor dat het draagbare elektronische apparaat dat u wilt gaan voeden met uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter,
niet meer dan 120 watt continu wisselspanningsvermogen "trekt". Controleer het productlabel van uw elektronisch apparaat
voor de vereisten van het apparaat betreffende spanning (in volt) en de stroom (in ampère), dat u wilt gaan voeden met
uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Vermenigvuldig deze twee getallen: Volt x Ampère = vermogensbehoefte van
het apparaat gemeten in hoeveelheid watt (W). Als het resultaat meer is dan 120 watt, kan uw gelijkstroom-
wisselstroomomzetter dit apparaat niet voeden!
3. Sluit het draagbare elektronische apparaat dat u wilt gaan voeden, aan op het stopcontact met wisselspanning van uw
gelijkstroom-wisselstroomomzetter en schakel het apparaat IN.
4. Controleer of de AAN-UIT-schakelaar aan de zijkant van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter in de stand ON (AAN) staat.
Het LED-lampje van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gaat gloeien wanneer de gelijkstroom-wisselstroomomzetter op
de correcte wijze is aangesloten op de gelijkspanningsbron.
Uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter aansluiten op een EmPower-poort aan boord van een vliegtuig
1.
Zoek de voedingsadapter voor de sigarettenaansteker of andere voeding in uw voertuig aan het uiteinde van de voedingskabel
van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Druk op het tabje naar beneden en trek de aansluiting voor de sigarettenaansteker
los van de aansluiting die is bestemd voor gebruik in vliegtuigen. Het gedeelte dat overblijft aan het uiteinde van de
voedingskabel van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter, is bestemd voor aansluiting op een EmPower-poort.
2. Zoek de voor tijdens de vlucht bedoelde aansluitopening bij uw vliegtuigstoel en steek de voor vliegtuigen bedoelde
aansluiting stevig in de opening. Wanneer u uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter in een voertuig moet gebruiken, klemt u
de voor de sigarettenaansteker bedoelde aansluiting gewoon weer vast in die welke voor vliegtuigen is bestemd.
3. Controleer of de AAN-UIT-schakelaar aan de zijkant van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter in de stand ON (AAN) staat.
Het LED-lampje van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter gaat gloeien wanneer de gelijkstroom-wisselstroomomzetter op
de correcte wijze is aangesloten op de gelijkspanningsbron.
Opmerking: op een EmPower-poort is alleen een continuvermogen van 75 watt beschikbaar. Dit is voor de veiligheid van uzelf en
de andere passagiers. Als uw apparaat een vermogen van meer dan 75 watt nodig heeft, werkt het apparaat mogelijk niet aan
boord van een vliegtuig. Bepaalde notebooks die meer dan 75 watt nodig hebben, werken misschien nog wel, maar schakelen
mogelijk over van “charging”(“opladen”) en “battery”(“accu”) en terug, hetgeen kan leiden tot prestatieverlies.
Voorkomen van oververhitting
1.
Tijdens het gebruik heeft uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter de best mogelijke luchtstroom eromheen nodig. Vergeet hierbij
niet dat de lucht binnenstroomt via de luchtinlaatopeningen aan de achterzijde bij de voedingskabel van uw gelijkstroom-
wisselstroomomzetter en uitstroomt via openingen aan de bovenzijde van de gelijkstroom-wisselstroomomzetter naast het
stopcontact met wisselspanning. Hinder de luchtstroom niet, aangezien uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter dan oververhit
kan raken.
2.
Gebruik uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter niet in de nabijheid van een warmtebron, ventilatiekanaal of in het directe zonlicht.
3. De omgevingstemperatuur dient te liggen tussen -5 °C en 50 °C (23 °F en 122 °F)—met de temperatuur voor optimale
prestaties tussen 15 °C en 25 °C (60 °F en 80 °F).
Automatisch afsluiten bij oververhitting
Als de interne temperatuur van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter uitstijgt boven 60 °C (140 °F), schakelt de gelijkstroom-
wisselstroomomzetter zichzelf automatisch uit. Om het gebruik van uw gelijkstroom-wisselstroomomzetter na een dergelijke
afsluiting te hervatten dient u de aansluiting voor de sigarettenaansteker uit de voedingsbron met gelijkspanning te verwijderen
en minstens 15 minuten te wachten voordat u deze weer in de aansluiting voor de sigarettenaansteker steekt.
24
NEDERLANDS