Simplicity 7800356 Lawn Mower User Manual


 
Tips voor het mulchen
Als u een mulchhulpstuk gebruikt wordt het gras in erg
kleine stukjes gesneden. Die kleine stukjes breken snel
af. Omdat de voedingsstoffen naar de bodem
terugkeren heeft uw gazon minder meststof nodig. Om
het gras correct te mulchen volgt u de onderstaande
stappen.
1. Zet de gasklephendel in de stand SNEL. Laat de
zitmaaier met een lage snelheid rijden. Als de
rijsnelheid te hoog is zal het maairesultaat niet
gelijkmatig zijn.
2. Zorg ervoor dat het blad altijd scherp is. Een bot
blad zorgt ervoor dat het uiteinde van het gras
bruin wordt.
3. Vergewis u ervan dat het gras droog is. Nat gras is
moeilijk te maaien.
4. Stel de hoogte van het maaidek zo in dat alleen het
bovenste derde van het gras wordt weggemaaid.
Als het gras te lang is stelt u de hoogte van het
maaidek in op de hoogste stand. Vervolgens laat u
het maaidek zakken voor een tweede maaibeurt.
Maai ook met slechts de helft van de
maaidekbreedte in plaats van de volledige breedte
te gebruiken.
5. Maak de onderkant van het maaidek schoon. Gras
en ander afvalmateriaal kunnen er de oorzaak van
zijn dat de zitmaaier niet naar behoren werkt.
6. Als het gras snel groeit, mulcht u vaker.
7. Als het resultaat op een bepaalde plaats beter
moet zijn, mulcht u een tweede keer.
Bediening
nl
Tips voor het maaien en opvangen van gras
1. Om een gazon er beter gemaaid uit te laten zien
controleert u of het maaidek waterpas staat. Zie
“Het maaidek waterpas zetten” in het hoofdstuk
“Onderhoud”.
2. Om het maaidek mooi horizontaal te laten maaien
zorgt u ervoor dat de banden de correcte
bandenspanning hebben.
3. Controleer het maaiblad telkens wanneer u de
zitmaaier gebruikt. Als het blad gebogen of
beschadigd is, vervangt u het meteen. Vergewis er
u ook van dat de moer van het blad stevig vastzit.
4. Houd het blad/de bladen scherp. Afgesleten
bladen zorgen ervoor dat het uiteinde van het gras
bruin wordt.
5. Maai geen gras dat nat is en vang ook geen nat
gras op. Nat gras kan niet naar behoren worden
afgevoerd. Laat het gras drogen voor u het maait.
6. Gebruik de linkerkant van het maaidek om het gras
langs een object te maaien.
7. Voer het gemaaide gras af op het gemaaide
gebied. Het resultaat is een gelijkmatigere afvoer
van gemaaid gras.
8. Wanneer u een grote oppervlakte maait, begint u
met naar rechts te draaien zodat het gemaaide
gras weg van struiken, omheiningen, oprijlanen,
enz. wordt afgevoerd. Na een of twee rondjes
maait u in de tegenovergestelde richting en draait
u naar links tot u klaar bent.
9. Als het gras erg lang is, maait u het in twee keer
om de motor minder te belasten. Maai een eerste
keer met het maaidek in de hoogste stand en laat
het maaidek vervolgens zakken voor de tweede
beurt.
10. Voor betere motorprestaties en een gelijkmatige
afvoer van gemaaid gras laat u de motor altijd
draaien met de gasklephendel in de stand SNEL.
11. Wanneer u een grasvanger gebruikt laat u de
motor draaien met de gasklephendel in de stand
SNEL en kiest u met het rijsnelheidspedaal een
lage rijsnelheid.
12. Voor betere maaiprestaties en een kwalitatief
maairesultaat zet u het rijsnelheidspedaal in een
van de tragere standen.
13. Maak na elk gebruik de onder- en bovenkant van
het maaidek schoon voor betere prestaties. Als het
maaidek schoon is helpt dat ook branden te
voorkomen.
21