Simplicity 7800356 Lawn Mower User Manual


 
Bediening
nl
Het maaidek bedienen
WAARSCHUWING
De mulchplaat is een veiligheidsvoorziening.
Verwijder de mulchplaat niet. De deflector duwt het
afgevoerde materiaal in de richting van de grond.
Houd de deflector altijd naar onderen gericht. Als
de defle
ctor beschadigd is vervangt u hem door
een origineel vervangingsonderdeel van een
erkend servicecenter.
BELANGRIJK: Wanneer u het maaidek gebruikt, moet
u de gasklephendel altijd in de stand SNEL zetten.
1. Draai de contactsleutel in de stand AAN om de
motor te starten (zie F
Figuur 18
).
2. Zet de hendel in de stand die overeenstemt met de
gewenste maaihoogte (zie F
Figuur 16
). Als u lang of
dik gras moet maaien, maait u het gras eerst in de
hoogste stand om het maaidek vervolgens tot een
lagere stand te laten zakken.
3. Zet de gasklephendel in de stand TRAAG (zie
Figuur 8
).
4. Zet de bladrotatieknop traag in de stand AAN (zie
Figuur 9
).
5. Duw het rijsnelheidspedaal in de gewenste
snelheidsstand (zie F
Figuur 14
).
NB: Als u zwaar gras maait of een grasvanger gebruikt
kiest u met het rijsnelheidspedaal de laagste snelheid.
Alvorens de motor te starten
Controleer het oliepeil
NB: De motor werd met olie gevuld voor hij de fabriek
verliet. Controleer het o
liepeil. Vul indien nodig olie bij.
Zie de instructies van de motorfabrikant voor het te
gebruiken type olie en brandstof.
1. Zorg ervoor dat de zitmaaier horizontaal staat.
NB: Controleer het oliepeil niet terwijl de motor draait.
2. Controleer het oliepeil. Volg de procedure die in de
instructies van de motorfabrikant wordt
beschreven.
3. Indien nodig vult u olie bij tot aan de markering
VOL op de peilstaaf. Vul niet te veel olie bij.
6. Zet de gasklephendel in de stand SNEL (zie
Figuur 8
).Als u sneller of trager moet rijden brengt
u de zitmaaier tot stilstand en beweegt u de
rijsnelheidspedaal in een andere snelheidsstand.
7. Vergewis u ervan dat het maairesultaat nog altijd
correct is. Nadat u een korte afstand gemaaid hebt,
kijkt u naar het gemaaide gebied. Als de
maaidekbehuizing niet mooi horizontaal maait,
raadpleegt u de instructies onder “Het maaidek
waterpas zetten” in het hoofdstuk “Onderhoud” van
deze handleiding.
WAARSCHUWING
Om de machine beter onder controle te kunnen
houden kiest u een veilige snelheid.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING
Gebruik altijd een veiligheidsreservoir voor
brandstof. Rook niet wanneer u de brandstoftank
bijvult met brandstof. Vul geen brandstof bij als u
zich in een gesloten ruimte bevindt. Voor u
brandstof bijvult
, zet u de motor af en laat u de
motor meerdere minuten afkoelen.
1. Verwijder de dop (1) van de brandstoftank (zie
Figuur 20
).
2. Vul de brandstoftank (2) tot aan de markering VOL
(3) met normale loodvrije benzine.
NB: Gebruik geen loodvrije super benzine. Zorg ervoor
dat de benzine vers en niet vervuild is. Loodhou
dende
benzine veroorzaakt grotere afzettingen en doet de
levensduur van de kleppen afnemen.
Transport van de zitmaaier
Voor het transporteren van uw zitmaaier volgt u de
onderstaande stappen.
1. Druk de bladrotatieknop in om hem in de stand UIT
te zetten (zie F
Figuur 9
).
2. Breng de hendel van het hefsysteem omhoog tot
de hoogste stand (zie F
Figuur 16
).
3. Zet de gasklephendel in een stand tussen TRAAG
en SNEL (zie F
Figuur 8
).
4. Om sneller te rijden beweegt u het
rijsnelheidspedaal naar een hogere snelheid (zie
Figuur 14
).
19