Husqvarna 952802154 Chainsaw User Manual


 
Dutch – 425
ONDERHOUD
1154212-26 Rev.3 2012-02-22
Onderhoudsschema
Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de machine moet worden uitgevoerd. De meeste punten staan
beschreven in het hoofdstuk Onderhoud.
Dagelijks onderhoud(Iedere 5-10 u)
Wekelijks onderhoud(Iedere 10-25
u)
Maandelijks onderhoud(Iedere 25-
40 u)
Maak de machine uitwendig schoon.
Controleer de starter, het starterkoord
en de retour
veer.
Controleer de remvoering van de
k
ettingrem op slijtage. Vervang deze
wanneer minder dan 0,6 mm over is op
de meest versleten plaats.
Controleer of de delen van de
gashendel goed wer
ken.
(Gashendelvergrendeling en
gashendel.)
Controleer of de
tr
illingsdempingselementen niet
beschadigd zijn.
Controleer het centrum van de
k
oppeling, de koppelingtrommel en de
koppelingveer op slijtage.
Maak de kettingrem schoon en
controleer de remfunctie.
Controleer
de kettingvanger op beschadigingen
en vervang indien nodig.
Verwijder eventuele braam op de
zijkanten v
an het zaagblad met een
vijl.
Maak de bougie schoon. Controleer of
de afstand tussen de elektroden 0,5
mm bedr
aagt.
Het zaagblad moet voor evenwichtig
afslijten dagelijks worden omgek
eerd.
Controleer of de smeeropening niet
verstopt is. Maak de groef schoon. Als
het zaagblad uitgerust is met een
poelie, moet die gesmeerd worden.
Maak de carburateurruimte schoon.
Maak de buitenkant van de
carb
urateur schoon.
Controleer of de ketting en het
zaagb
lad voldoende olie krijgen.
Maak het luchtfilter schoon. Vervang
het indien nodig.
Controleer het brandstoffilter en de
br
andstofleidingen. Vervang indien
nodig.
Controleer de zaagketting op zichtbare
barsten in klink
en en schakels, of de
ketting stijf is en of klinken en schakels
abnormaal versleten zijn. Vervang
indien nodig.
Leeg de brandstoftank en maak deze
inw
endig schoon.
Slijp de ketting en controleer de
conditie en de spanning.
Controleer
het kettingwiel op abnormale slijtage,
vervang indien nodig.
Leeg de olietank en maak deze
inw
endig schoon.
Maak de luchtinlaat van de starter
schoon.
Controleer alle kabels en
aansluitingen.
Controleer of de bouten en moeren en
v
astgedraaid zijn.
Controleer of de stopschakelaar werkt.
Controleer of er brandstof lekt uit
motor
, tank of brandstofleidingen.