-
Monteer de kettingwielbeschermer (G/2). Draai de twee
bevestigingsmoeren
(G/I)
handvast aan.
Controle van de kettingspanning
STOP
0
0
&
-
De zaagketting is juist gespannen wanneer de zaagketting
tegen de onderzijde van de zaaggeleider aanligt en de
zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan
worden over de zaaggeleider.
Hierbij moet de kettingrem gelost zijn.
Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe
zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer
worden
!
Controleer daarom de kettingspanning regelmatig met
dgeschakelde motor.
-
-
-
Ketti
ngrem
De DCS
9000
is standaard met een vertragingsveroorzakende
kettingrem uitgerust. Ontstaat ereen terugslag (kickback) doordat
de punt van de zaaggeleider per ongeluk met het hout in
aanraking komt, wordt de kettingrem automatisch ingeschakeld.
In een fractie van een seconde wordt de zaagketting stilgezet.
De kettingrem
is
bedoeld voor noodgevallen en voor het
blokkeren van de zaagketting voor het starten.
Zaagketting spannen
-
Til de voorzijde van de zaaggeleider iets op en draai de
kettingspanschroef
(H/4)
rechtsom (met de klok mee), tot de
zaagketting weer tegen de onderzijde van de zaaggeleider
aanligt.
Til de voorkant van de zaaggeleider verder op en draai de
bevestigingsmoer
(G/1) met de combisleutel vast.
-
ADVIES:
Iln de praktijk wordt geadviseerd
2-3
zaagkettingen afwisselend
te gebruiken.
Voor een gelijkmatige slijtage van de zaaggeleidergroef moet bij
het verwisselen van een ketting de zaaggeleider omgekeerd
worden (onderzijde boven en bovenzijde onder).
Kettingrem inschakelen
(blokkeren)
Bij een terugslag wordt de kettingrem door de massatraagheid
van de handbeschermer
(W3)
automatisch
ingeschakeld.
Druk voor
handbediening
de handbeschermer
(W3)
met de
linker hand in de richting van de voorzijde van de zaaggeleider
(pijl
1).
Kettingrem lossen
De handbeschermer
(W3)
in de richting van de beugelgreep (pijl
2)
trekken tot deze voelbaar aangrijpt. De kettingrem is gelost.
103