ARBEIDSTECHNIEK
Dutch – 419
5451676-47 Rev. 4 2008-08-08
Voor ieder gebruik: (33)
1 Controleer of de kettingrem goed werkt en niet
beschadigd is.
2 Controleer of de achterste rechterhandbescherming
niet beschadigd is.
3 Controleer of de gashendelvergrendeling goed werkt en
niet beschadigd is.
4 Controleer of het stopcontact goed functioneert en
onbeschadigd is.
5 Controleer of alle handvatten vrij van olie zijn.
6 Controleer of het trillingsdempingssysteem goed werkt
en niet beschadigd is.
7 Controleer of de geluiddemper goed vast zit en niet
beschadigd is.
8 Controleer of alle onderdelen van de motorkettingzaag
vastgedraaid zijn en dat ze niet beschadigd zijn of
ontbreken.
9 Controleer of de kettingvanger op zijn plaats zit en niet
beschadigd is.
10Controleer de kettingspanning.
Algemene werkinstructies
Basisveiligheidsregels
1 Controleer de omgeving:
• Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw machine
niet kunt verliezen vanwege omstanders, dieren of een
andere reden.
• Om te voorkomen dat omstanders en dieren in contact
komen met de ketting of geraakt worden door de
vallende boom en gewond raken.
N.B.! Volg de hierboven genoemde punten maar gebruik
de motorkettingzaag nooit als u niet de mogelijkheid heeft
om hulp in te roepen in geval van een ongeval.
2 Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige
regen, harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn, de
wind de valrichting van de boom beïnvloeden enz.
3 Wees extra voorzichtig bij het afzagen van kleine takken
en zaag niet in struiken (= veel kleine takken
tegelijkertijd). Kleine takken kunnen na het afzagen
vastraken in de ketting, in uw gezicht e.d. geslingerd
worden en ernstige verwondingen veroorzaken.
4 Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer
of er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel
moet kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken,
kuilen, greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer
u op hellend terrein werkt.
5 Wees extra voorzichtig wanneer u in bomen zaagt die
gespannen zijn. Een gespannen boom kan zowel voor
als na het doorzagen in zijn normale stand terug
vliegen. Als u op de verkeerde plaats staat of de
inkeping op de verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe
leiden dat de boom u of de machine raakt zodat u de
controle verliest. In beide gevallen kunt u ernstig
gewond raken.
6 Wanneer u zich verplaatst moet de ketting vergrendeld
worden met de kettingrem en moet de motor
uitgeschakeld worden. Draag de motorkettingzaag met
het zaagblad en de ketting naar achter gericht. Als het
om een langere verplaatsing gaat, moet u de
zaagbladbescherming gebruiken.
7 Wanneer u de motorzaag op de grond plaatst, moet u
de ketting met de kettingrem blokkeren en ervoor
zorgen dat u de machine in de gaten kunt houden. Als
de motorzaag een langere tijd "geparkeerd” wordt, moet
u de motor uitzetten.
Basisregels
1 Door te begrijpen wat terugslag is en hoe het
veroorzaakt wordt, kunt u het verrassingseffect
reduceren of elimineren. Het verrassingseffect verhoogt
het ongevalsrisico. De meeste terugslagen zijn klein,
maar sommige kunnen bliksemsnel en erg krachtig zijn.
2 Hou de motorzaag altijd stevig vast met uw rechterhand
op het achterste handvat en uw linker handvat op het
voorste handvat. Plaats uw duimen en vingers rond de
handvatten. Iedereen, of men nu rechts- of linkshandig
is, moet de motorzaag op deze manier vastgrijpen.
Want dit is de beste greep om het terugslageffect te
reduceren en de controle over de motorzaag te
behouden.
Laat de handvatten niet los!
3 De meeste terugslagongevallen gebeuren bij het
snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat en dat er niets
op de grond ligt waarover u kunt struikelen of uw
evenwicht kunt verliezen.
Door onoplettendheid kan de terugslagrisico-sector van
de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in de
buurt of een ander voorwerp raken, en terugslag
veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt. Als de
stukken, die u zaagt, klein en licht zijn kunnen ze in de
ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al hoeft
dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor verrast
worden en de controle over de zaag verliezen. Zaag
nooit opgestapelde stammen of takken zonder ze eerst
uit elkaar te trekken. Zaag slechts een stam of een stuk
per keer. Verwijder de afgezaagde stukken om uw
werkterrein veilig te houden.
BELANGRIJK!
In dit hoofdstuk nemen we de basisveiligheidsregels
voor het werken met een motorkettingzaag door. Deze
informatie kan nooit de kennis vervangen die een
vakman via opleidingen en praktische ervaring heeft
verworven. Wanneer u in een situatie belandt waarin u
niet goed weet hoe u verder te werk moet gaan, moet
u een expert raadplegen. Wend u tot uw dealer, uw
servicewerkplaats of een ervaren
motorkettingzaaggebruiker. Vermijd gebruik waarvan u
vindt dat u niet voldoende gekwalificeerd bent!
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken, moet u
weten wat terugslag is en hoe dit voorkomen kan
worden. Zie instructies in het hoofdstuk Maatregelen
die terugslag voorkomen.
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken moet u
begrijpen wat het verschil is tussen zagen met de
onderkant en zagen met de bovenkant van het
zaagblad. Zie de instructies in het hoofdstuk
Maatregelen om terugslag te voorkomen en De
veiligheidsuitrusting van de machine.
Draag altijd persoonlijke veiligheidsuitrusting. Zie
instructies in het hoofdstuk Persoonlijke
veiligheidsuitrusting.