ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES / MONTEREN /
BRANDSTOFHANTERING
416 – Dutch
5451676-47 Rev. 4 2008-08-08
Monteren van zaagblad en
ketting
Controleer of de kettingrem ontkoppeld is door de
terugslagbeveiliging van de kettingrem naar de voorste
handvatbeugel te duwen.
Verwijder de knop en verwijder de kap van de koppeling
(kettingrem). Haal de transportring weg.
(17)
Monteer het zaagblad over de zaagbladbouten. Plaats het
zaagblad in de achterste stand. Plaats de ketting over het
kettingaandrijftandwiel en in de zaagbladgroef. Begin aan
de bovenkant van het zaagblad.
(18)
Controleer of de randen van de motorzaagschakels op de
bovenkant van het zaagblad naar voren zijn gericht.
Monteer het koppelingdeksel (de kettingrem) en zoek de
kettingafstelpen in de opening van het zaagblad.
Controleer of de aandrijfschakels van de ketting op het
kettingtandwiel passen en of de ketting juist in de groef van
het zaagblad zit.
(19)
Breng de ketting op spanning door het wiel naar beneden
te draaien (+). De ketting moet zover gespannen zijn dat ze
aan de onderkant van het zaagblad niet doorzakt.
(12)
De ketting is correct gespannen wanneer ze aan de
onderkant van het zwaard niet doorzakt, maar nog wel
makkelijk met de hand bewogen kan worden. Houd de
neus van het zwaard omhoog en zet de zwaardkoppeling
vast door de knop tegen de klok in te draaien.
(13)
Op een nieuwe ketting moet de kettingspanning vaak
gecontroleerd worden tot de ketting goed ”ingelopen” is.
Controleer regelmatig de kettingspanning. Correct
aangespannen kettingen geven goede bedrijfsprestaties
en hebben een lange levensduur.
(20)
Monteren van schorssteun
Voor het monteren van een schorssteun – neem contact op
met uw servicewerkplaats.
Brandstof
Let op! Uw machine is uitgerust met een tweetaktmotor;
gebruik steeds een mix van benzine met tweetaktolie. Om
zeker te zijn van de juiste mengverhouding, is het erg
belangrijk dat u de oliehoeveelheid steeds nauwkeurig
afmeet. Als u kleine brandstofhoeveelheden mengt,
hebben zelfs kleine afwijkingen van de juiste
oliehoeveelheid een grote invloed op de mengverhouding.
Benzine
• Gebruik loodvrije of gelode benzine van een hoge
kwaliteit.
• Het aanbevolen laagste octaangetal is 90 (RON). Indien
u de motor gebruikt met benzine met een lager
octaangetal dan 90, kan het zogenaamde pingelen
voorkomen. Dit leidt tot een hogere motortemperatuur
en hogere belasting van de lagers, wat ernstige schade
aan de motor kan veroorzaken.
• Als men voortdurend met een hoog toerental werkt (b.v.
snoeien) is het aan te raden een hoger octaangehalte te
gebruiken.
Inlopen
Gedurende lange tijd op hoge toeren werken, dient
gedurende de eerste 10 uur te worden vermeden.
Tweetaktolie
• Voor de beste resultaten en prestaties, moet u
HUSQVARNA tweetaktolie gebruiken, die speciaal
wordt gemaakt voor onze luchtgekoelde
tweetaktmotoren.
• Gebruik nooit tweetaktolie die bedoeld is voor
watergekoelde buitenboordmotoren, zogenaamde
outboardoil (aangeduid met TCW).
• Gebruik nooit olie bedoeld voor vier-takt motoren.
• Een lage oliekwaliteit of een te rijk olie/
brandstofmengsel kan de functie van de katalysator op
het spel zetten en de levensduur verminderen.
!
WAARSCHUWING! Het grootste gedeelte
van de ongevallen met
motorkettingzagen gebeurt wanneer de
ketting de gebruiker raakt.
Draag altijd persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Zie instructies in
het hoofdstuk Persoonlijke
veiligheidsuitrusting.
Voer geen taken uit waarvoor u zich niet
voldoende gekwalificeerd acht. Zie
instructies in de hoofdstukken
Persoonlijke veiligheidsuitrusting,
Maatregelen om terugslag te voorkomen,
Snijuitrusting en Algemene
werkinstructies.
Voorkom situaties waar risico op
terugslag bestaat. Zie instructies in het
hoofdstuk Veiligheidsuitrusting voor de
machine.
Gebruik de aanbevolen snijuitrusting en
controleer de conditie waarin ze zich
bevindt. Zie instructies in het hoofdstuk
Algemene werkinstructies.
Controleer de werking van de
veiligheidsonderdelen van de
motorkettingzaag. Zie instructies in de
hoofdstukken Algemene werkinstructies
en Algemene veiligheidsinstructies.
!
WAARSCHUWING! Controle en/of
onderhoud moeten worden uitgevoerd
als de motor uit staat. De stopschakelaar
gaat automatisch terug naar startstand.
Om een ongewenste start te voorkomen,
moet de bougiekap altijd van de bougie
worden gehaald bij montage, controle
en/of onderhoud.
Draag altijd handschoenen tijdens het
werken met de ketting om uw handen
tegen letsel te beschermen.
!
WAARSCHUWING! Zorg steeds voor een
goede ventilatie bij het vullen en
hanteren van brandstof.