nl
45
7101912
WAARSCHUWING: Voordat u de
maaier gaat inspecteren, afstellen
of repareren, moet u de bougieka-
bel van de bougie af trekken om te voorko-
men dat de motor onverhoeds start.
1. Zorg ervoor dat de machine op een hard, ho -
rizontaal oppervlak staat.
2. Controleer de bandenspanning. Als de ban-
denspanning onjuist is zal de maaibehuizing
niet egaal maaien. De juiste bandenspanning
is: voor 0,97 BAR (14 PSI), achter 0,69 BAR
(10 PSI).
3. (Figuur 13) Zet de hoogte-instellingshen-
del(1) in de onderste maaistand (2).
WAARSCHUWING: De hoogte-
instellingshendel (1) is verbonden
met een veer. Zorg ervoor dat de
hoogte-instellingshendel (1) vergrendeld is
in de onderste maaistand (2).
4. (Figuur 14) Maak de linker en rechter instel-
moeren (1) los. Duw op beide zijden van de
maaibehuizing. Zorg ervoor dat beide kanten
van de maaibehuizing zich op een horizon-
taal oppervlak bevinden. Zorg er eveneens
voor dat de hefbouten los zitten en gemakke-
lijk omhoog en omlaag kunnen glijden.
5. Druk op de hefbouten (2) en draai de linker
en rechter instelknop (1) stevig aan. Ge-
bruik eventueel een sleutel om de instelk-
noppen (1) aan te draaien.
6. (Figuur 13) Breng de hoogte-instellings-
hendel (1) omhoog.
7. Maai een kort stuk. Voer de bovenstaande
stappen opnieuw uit, als de hoogte of snede
niet egaal is.
Smeren van de machine (Figuur 15)
Smeer met motorolie op de
aangegeven plekken.
Breng vet aan met een borstel
op de aangegeven plekken.
Modellen met smeernippels:
smeer met een vetpistool.
OPMERKING: Smeer de koppelingen van de
stuurstang.
LET OP! Als de machine wordt gebruikt in
droge gebieden met zand, moet u een droge
grafietspray gebruiken om de machine te
smeren.
Controleren van de banden
Controleer de bandenspanning. De machine zal
schokkerig rijden als de druk in de banden te
hoog is. Als de bandenspanning onjuist is zal de
maaibehuizing niet egaal maaien. De juiste ban-
denspanning is: voor 0,97 BAR (14 PSI), achter
0,69 BAR (10 PSI).
Vervangen van de hoofdaandrijfriem
1. Verwijder de maaibehuizing. Zie de aanwij-
zingen onder “Verwijderen van de maaibe-
huizing”.
2. Trap het pedaal geheel in en trek de hand-
rem aan.
3. (Figuur 16) Verwijder de geleidingsschijf
(1).
4. (Figuur 17) Verwijderd e accu en accuslede
om bij de hoofdaandrijfriemgeleidingen (1)
te kunnen komen. Zie “Verwijderen van de
accu”.
5. Maak de hoofdaandrijfriemgeleidingen (1)
bij de aandrijfschijf (2) los.
6. (Figuur 16) Haal de hoofdaandrijfriem (3)
van de aandrijfschijf (4) af.
7. (Figuur 18) Verwijder de instelmoer (2) van
de versnellingsbeugel (3).
8. (Figuur 19) Verwijder de hoofdaandrijfriem
(1) van de stapelschijf (2) door het voorste
gedeelte van de riem onder de stapelschijf
(2) tetrekkenendanterugtussendesta-
pelschijf en de stuurplaat (3).
9. (Figuur 20) Verwijder het toegangspaneel
(1).
10.Verwijder de twee schroeven (4) die de
stuurstang (2) op zijn plaats houden. Trek
het stuurwiel en de stuurstang (2) omhoog.
Trek de hoofdaandrijfriem (3) onder de
stuurstang (2) door.
11.Verwijder de hoofdaandrijfriem. Een nieuw
exemplaar en assistentie, indien nodig, is te
verkrijgen van een erkend service center bij
u in de buurt.
12.De nieuwe riem kan geïnstalleerd worden
door de bovenstaande stappen in omge-
keerde volgorde te doorlopen.
13.(Figuur 21) Controleer dat de hoofdaandrij-
friem (1) goed loopt. Vergewis u ervan dat
de riem goed om de geleidingsschijf (2) zit.
De stuurstang (3) moet binnen in de hoofd-
aandrijfriem (1) zitten.
Vervangen van de maaiaandrijfriem
(Figuur 10)
1. Verwijder de maaibehuizing. Zie de aanwij-
zingen onder “Verwijderen van de maaibe-
huizing”.
2. Duw de riemgeleider (1) weg van de gelei-
dingsschijf (2) en verwijder de maaiaandrij-
friem (3).
3. Trek de riemgeleider (4) weg van de rechter
aandrijfschijf (5) en verwijder de maaiaan-
drijfriem (3).
4. Trek de riemgeleider (4) weg van de linker
aandrijfschijf (6) en verwijder de maaiaan-
drijfriem (3). Een nieuw exemplaar en assis -
tentie, indien nodig, is te verkrijgen van een
erkend service center bij u in de buurt.
5. De nieuwe riem kan geïnstalleerd worden
door de bovenstaande stappen in omge-
keerde volgorde te doorlopen.
Verwijderen van de maaibehuizing
(Figuur 22)
1. Zet de mesrotatiehendel (1) in de DISEN-
GAGE stand.
2. Zet de hoogte-instellingshendel (2) in de
hoogte instelstand.
3. Verwijder de splitpennen en ringen van de
instelarmen (3). Zie afbeelding C en D.
4. Verwijder de splitpennen en ringen van de
ophangingverbindingen (4). Zie afbeelding
AenB.
5. Maak de veer (5) los van de mesbedie-
ningsstang (6). Zie afbeelding E.
6. Maak de voorste beugel (9) los van de ason-
dersteuning. Zie afbeelding F.
7. Verwijder de maaiaandrijfriem (7) van de
stapelschijf (8).
8. Trek de maaibehuizing opzij naar rechts.
9. De maaibehuizing kan weer geïnstalleerd
worden door de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde te doorlopen.
Vervangen van de zekering
Als de zekering doorgebrand is zal de motor niet
starten. Vervang de zekering met een nieuwe
zekering van 15 Ampère die geschikt is voor
automobielen.
Opslag voor langere tijd (30 dagen of
langer)
Aan het einde van het maaiseizoen moet u de
machine als volgt gereed maken voor stalling.
1. Tap de brandstof af uit de carburateur en de
benzine tank. Ververs de olie. Volg de aan-
wijzingen van de fabrikant.
2. Maak de machine geheel schoon.
3. Laad de accu op.
Bestellen van reserve onderdelen
De reserve onderdelen staan achterin dit
instructieboek of in een aparte onderdelenboek.
Gebruik alleen reserve onderdelen die door de
fabrikant erkend of goedgekeurd zijn. Gebruik
geen assessoires die niet speciaal voor deze
machine worden aanbevolen. Om de juiste re-
serve onderdelen te bestellen, moet u het model
van uw maaier, zoals dat op het naamplaatje
voorkomt, vermelden.
Reserve onderdelen, behalve voor de motor,
transmissie, verbindingsas en differentieel, zijn
verkrijgbaar via uw leverancier of via een service
center dat wordt aanbevolen door de leveranci-
er.
Garantieservice is uitsluitend beschikbaar via Ge-
autoriseerde Servicedealers. U kunt uw dichtstbij-
zijnde dealer vinden in onze “locator map” bij
www.murray.com.
Reserve onderdelen voor de motor, transmissie,
of verbindingsas zijn verkrijgbaar via de erkende
service centers van de desbetreffende leveranci-
er. Deze zal vermeld staan in het telefoonboek.
Kijk ook in de desbetreffende garantieverklarin -
gen van deze onderdelen, hoe u eventueel re-
serve onderdelen kunt bestellen.
Bij de bestelling moet u de volgende gegevens
vermelden::
(1) Model aanduiding
(2) Serienummer
(3) Onderdeelnummer
(4) Aantal