35
Inzet A
8
9
Figuur 11
Inzet B
17
16
Inzet C
15
10
11
12
13
14
10. Transportstellung
11. Flaches Oberflächenfräsen
12. Oberflächenfräsen
13. Tieffräsen
14. Tiefes Tieffräsen
15. Höhenverstellstange
16. Entriegelung
17. Verriegelung
1. Äußere Seitenabdeckung
2. Mutter "A"
3. Mutter "B"
4. Antriebshebel
5. Handgriff
6. Gashebel
7. Schalthebelanzeiger
8. Höhenverstellstange
9. Höhenverstellstangenstift
Achteruit rijden
a. Laat de stuurhendel los (fig. 10).
b. Zet de gashendel (fig. 10) op "SLOW" (langzaam).
c. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "R"
positie (reverse).
d. Sta nooit direct achter de cultivator.
e. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) om de
cultivator in beweging te zetten. De tanden roteren niet.
WAARSCHUWING!
Rij niet achteruit tegen een boom, hek enz...
De motor en de tanden uitschakelen
a. De cultivator en de tanden stoppen wannneer u de
stuurhendel (fig. 10) loslaat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "N"
positie (neutraal).
c. Zet de gashendel (fig. 10) in de "STOP" positie (stop) om
de motor uit te schakelen.
Bochten nemen
a. Laat de stuurhendel (fig. 10) los.
b. Zet de gasheendel (fig. 10) in de "SLOW" positie
(langzaam).
c. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "F"
positie (voorwaarts). De tanden roteren niet.
d. Breng de hendel omhoog om de tanden uit de grond te
halen (fig. 10).
e. Draai de hendel in de tegenovergestelde richting dan die
waarin u wilt draaien, en zorg ervoor dat u handen en
voeten uit de buurt van de tanden houdt.
Laat de hendel weer dalen wanneer u de bocht hebt genomen.
Zet de schakelhendelindicator in de "T" positie (bewerken)
en zet de gashendel op de gewenste snelheid Hou de
stuurhendel tegen de hendel om het bewerken te starten.
Buitenste schermen
De buitenste schermen (fig. 10) hebben vooraan een sleuf
zodat ze omhoog en omlaag kunnen voor respectievelijk
diep en ondiep bewerken, dit om te voorkomen dat de kleine
plantjes bedolven worden onder aarde. Schroef moer "A" en
moer "B" in de sleuf los. Zet het scherm in de gewenste positie
(beide zijden). Schroef de moeren weer vast.
Transport
a. Zet de dieptestaak in de laagste positie en zet de
dieptestaakpen in het hoogste gat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 inzet A) in de "F"
positie (voorwaarts). Voor transport.
c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) um de
cultivator in beweging te brengen. De tanden roteren
niet.
d. Zet de gashendel (fig. 10) in de gewenste snelheid.
7
NL
33
33
3
Figuur 10
1
2
6
4
5
3