30
NEDERLANDS
NL
opnieuw in. Schakel opnieuw naar de gewenste
versnelling. Probeer nooit geforceerd in een
gewenste versnelling te schakelen.
2.4.9 Krachtafnemer (2:E)
De krachtafnemer mag nooit inge-
schakeld zijn wanneer het aan de voor-
zijde gemonteerde gereedschap in de
transportstand staat. Dit beschadigt de
riemtransmissie.
Hendel voor in- en uitschakelen van de krachtafne-
mer voor aandrijving van het maaidek en aan de
voorzijde gemonteerde accessoires. Twee standen:
1.Voorste stand - krachtafnemer uitge-
schakeld.
2. Achterste stand - krachtafnemer inge-
schakeld.
2.4.10 Koppelingshendel (3:K)
Hendel om de traploze transmissie uit te schake-
len. Hiermee kunt u de machine handmatig verp-
laatsen zonder de motor te gebruiken.
De ontkoppelingshendel mag nooit tus-
sen de binnenste en buitenste stand
staan. Dit leidt tot oververhitting en be-
schadiging van de transmissie.
Twee standen:
1. Hendel naar buiten - transmis-
sie ingeschakeld voor normaal
gebruik. U hoort een klik als de
hendel in deze stand wordt ver-
grendeld.
2. Hendel naar binnen – transmissie is uitge-
schakeld. De machine kan handmatig worden ver-
plaatst.
De machine mag niet over lange afstanden of met
hoge snelheid worden gesleept. Hierdoor kan de
versnellingsbak worden beschadigd.
2.4.11 Zitting (4:L)
De zitting kan worden opgeklapt en naar
voor of achter worden geschoven. De
stand van de zitting kan met de knoppen
(4:M) worden vergrendeld.
De zitting is voorzien van een beveiligingsschake-
laar die is aangesloten op het beveiligingssysteem
van de machine. Doordat bepaalde functies niet
werken als er niemand op de zitting zit wordt
voorkomen dat er gevaarlijke situaties kunnen
ontstaan. Zie ook 4.3.2.
2.4.12 Motorkap (afb. 6)
Om bij te tanken en de motor en de accu te inspec-
teren en onderhouden, opent u de motorkap.
De motor mag niet draaien als u de kap
opent.
2.4.12.1Openen
1. Zorg dat de besturingsarmen in de voorste stand
staan.
2. Trek de stoelvergrendeling (4:N) omhoog en
kantel de stoel voorover.
3. Pak de motorkap aan de voorrand vast en draai
de kap omhoog.
2.4.12.2Sluiten
Pak de motorkap aan de voorrand vast en draai de
kap omlaag.
De machine alleen gebruiken met geslo-
ten kap. Anders bestaat er een kans op
brandwonden en kunt u bekneld raken.
3 TOEPASSINGEN
De machine mag uitsluitend gebruikt worden bij
de volgende werkzaamheden met de aangegeven
originele STIGA-accessoires:
Het trekmechanisme mag worden belast met een
verticale kracht van maximaal 100 N.
De duwkracht van getrokken accessoires op het
trekmechanisme mag niet groter zijn dan 500 N.
LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhang-
er altijd contact op met uw verzekeringsmaat-
schappij.
LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden
op de openbare weg.
Werkzaamheden Accessoires, origineel van
STIGA
Gras maaien Maaidekken gebruiken 85 C
Vegen Veegmachine of veegmachine
met opvangbak gebruiken. Voor
de eerste optie wordt het gebruik
van een stofbeschermer aanbe-
volen.
Sneeuwruimen Sneeuwschuif of sneeuwfrees
gebruiken. Sneeuwkettingen en
framegewichten zijn aanbevo-
len.
Gras en bladeren
vegen
Getrokken opvangbak 30" of 42"
gebruiken.
Gras- en bladtrans-
port
Transportkar Combi gebruiken.