33
ARRANCADOR ELÉCTRICO (PM85, PM105)
1. Conectar el cable de potencia al motor.
2. Enchufar la otra extremidad del cable de potencia en un
enchufe de tres hilos con puesta a tierra de 220 Voltios
C.A.
3. Mientras el motor está en marcha, pulsar el botón de
arranque y hacer girar el arrancador por unos cuantos
segundos.
NOTA: El ruido inusual que hace el arrancador mientras gira
no crea daños al motor o al arrancador.
4. Desconectar el cable de potencia antes del enchufe y
después del motor.
ARRANCADOR DE RETROCESO
1. Mientras el motor está en marcha, tirar la empuñadura
del arrancador de retroceso con golpes rápidos y a pleno
brazo tres o cuatro veces.
NOTA: El ruido inusual que se produce tirando la empuña-
dura del arrancador de retroceso no crea daños al motor o
al arrancador.
Si el arrancador de retroceso se ha con-
gelado
Si el arrancador de retroceso se ha congelado y no pone en
marcha el motor, hacer lo siguiente:
1. Coger la empuñadura del arrancador de retroceso y tirar
lentamente cuanta más cuerda sea posible fuera del ar-
rancador.
2. Soltar la empuñadura del arrancador de retroceso y
dejarla ir contra el arrancador.
Si aun así el motor no arranca, repetir los pasos descritos
arriba o utilizar el arrancador eléctrico (PM85, PM105).
De motor starten
• Zorg dat de afsluitklep van de brandstoftank op “OPEN”
staat.
Uw sneeuwruimer is uitgerust met zowel een 220-Volt-wissel-
stroomstarter als een terugloopstarter. De elektrische starter
is uitgerust met een drieleiderstroomkabel en -stekker en is
ontworpen voor 220-Volt-wisselstroom voor huishoudens.
• Controleer of uw huis op 220-Volt-wisselstroom werkt
en een geaard drieleidersysteem heeft. Raadpleeg bij
onzekerheid een gekwalifi ceerde elektricien.
WAARSCHUWING: Maak geen gebruik van de elek-
trische startmotor als uw huis niet op 220-Volt-wis-
selstroom werkt en geen geaard drieleiderssysteem
heeft. Ernstige persoonlijke verwondingen of schade
aan uw sneeuwruimer kan het resultaat zijn.
KOUDE START - ELEKTRISCHE STARTMOTOR
(PM85, PM105)
1. Steek de veiligheidscontactsleutel (D) in het contactslot
tot u een klik hoort. Draai de sleutel NIET om. Berg de
reservesleutel op een veilige plaats op.
2. Zet de smoorregeling (C) op “FAST”.
3. Draai de chokeregeling (E) naar “FULL”.
4. Verbind de stroomkabels met de motor (S).
5. Steek het andere einde van de stroomkabel in een gea-
arde drieleiderstekker, die op 220-Volt wisselstroom
werkt.
6. Druk het ontstekingspatroon (T) drie (3) keer.
7. Druk de startknop (U) in totdat de motor start.
BELANGRIJK: Zwengel de motor niet meer dan vijf achter-
eenvolgende seconden aan tussen elke startpoging. Wacht
5 tot 10 seconden tussen elke poging.
8. Als de motor start, laat dan de startknop los en draai de
choke langzaam naar “OFF”.
9. Trek de stroomkabel eerst uit het stopcontact, dan pas
uit de motor.
Laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. De
motor zal pas op volle kracht komen nadat hij een normale
werkingstemperatuur heeft bereikt.
WARME START - ELEKTRISCHE STARTMOTOR
(PM85, PM105)
Volg de stappen, zoals hierboven beschreven, maar houd de
chokeregeling (E) op “OFF”.
KOUDE START - TERUGLOOPSTARTER
1. Steek de veiligheidscontactsleutel (D) in het contact
totdat u een klik hoort. Draai de sleutel NIET om. Berg
de reservesleutel op een veilige plaats op.
2. Zet de smoorregeling (C) op “FAST”.
3. Draai de chokeregeling (E) naar “FULL”.
4. Druk het ontstekingspatroon (T) vier (4) keer in als de
temperatuur onder –10°C (15°F) is of twee (2) keer als
de temperatuur tussen de –10°C & 10°C (15°F & 50°F) is.
Als de temperatuur boven de 10°C (50°F) is, is ontsteking
niet nodig.
N.B.: Door te veel injectie, kan de motor “verzuipen”. De motor
wil dan niet starten. Als de motor “verzuipt”, wacht een paar
minuten voordat u de motor opnieuw probeert te starten en
druk NIET op het ontstekingspatroon.
5. Trek snel aan de handgreep van de terugloopstarter (V).
Laat de kabel van de starter niet terugschieten.
6. Als de motor start, laat dan de handgreep van de terug-
loopstarter los en draai de chokeregeling langzaam naar
“OFF”.
Laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. De
motor zal pas op volle kracht komen nadat hij een normale
werkingstemperatuur heeft bereikt.
WARME START - TERUGLOOPSTARTER
Volg de stappen, zoals hierboven beschreven, maar houd de
choke (E) op “OFF”. Druk het ontstekingspatroon NIET in.
Voordat u stopt
Laat de motor nog een paar minuten draaien om het vocht in
de motor te laten drogen.
Om bevriezing van de motor te voorkomen, gaat u dan als
volgt te werk:
ELEKTRISCHE STARTKNOP (PM85, PM105)
1. Verbind de stroomkabels met de motor.
2. Steek het andere einde van de stroomkabel in een gea-
arde drieleiderstekker, die op 220-Volt wisselstroom werkt.
3. Als de motor loopt, druk dan op de startknop en laat de
starter enkele seconden tollen.
N.B.: Het ongebruikelijke geluid dat tijdens het tollen van de
starter te horen is, zal geen schade aan de motor of starter
veroorzaken.
4. Trek de stroomkabel eerst uit het stopcontact, dan pas
uit de motor.
TERUGLOOPSTARTER
1. Als de motor loopt, trek dan drie of vier keer met snelle ste-
vige rukken aan de handgreep van de terugloopstarter.
N.B.: Het ongebruikelijke geluid dat tijdens het uittrekken
van de terugloopstarter te horen is, zal geen schade aan de
motor of starter veroorzaken.
Als de terugloopstarter is bevroren
Als de terugloopstarter is bevroren en de motor niet wil doen
starten, ga dan als volgt te werk:
1. Pak de handgreep van de terugstarter en trek langzaam
zo veel mogelijk touw uit.
2. Laat de handgreep los en laat het touw in de starter
terugschieten.
Als de motor nog steeds niet wil starten, herhaal de boven-
beschreven stappen of gebruik de elektrische startmotor
(PM85, PM105).