Husqvarna R 50SE Lawn Mower User Manual


 
Gebruik - Gras Maaien
Gras maaien
1. Let op, dat u altijd de juiste maaipositie (L1)
gebruikt.
2. Begin het gazon altijd vanaf de buitenrand te
maaien, en maai in stroken telkens in tegengestelde
richting (L2).
3. Maai het gras in het maaiseizoen tweemaal per
week. Het is niet goed voor het gras als er in één
keer meer dan eenderde van de lengte wordt
afgesneden. Dit kan tevens leiden tot een
verslechtering van het verzamelen van het gras.
Let op: Zorg, dat u de maaimachine niet overbelast.
Als u lang, dik gras maait, kunt u overbelasting van de
motor verminderen en risico op beschadiging van uw
machine vermijden door de snijhoogte in te stellen op
de hoogste stand - zie Snijhoogte.
De maaihoogte instellen
1. De maaihoogte wordt ingesteld door de afstel-
hendel van de locatiesleuven weg te trekken en in
de gewenste positie te
zetten (L3).
Indicator voor grasopvangbak
1. Uw maaimachine is uitgerust met een indicator, die
aangeeft wanneer de grasopvangbak vol is (L4).
2. Als de indicator boven in de buis zit, betekent dit dat
het gras wordt verzameld in de bak.
3. Als de indicator begint te dalen, wordt het tijd om de
opvangbak te legen. Zet de machine stil en laat de
motor 10 seconden lopen. Laat de OPC-hendel of
de BBC-arm los, en verwijder de opvangbak zodat
deze kan worden geleegd (L5).
De grasopvangbak legen
1. Maak het veerslot van de opvangbak los (L6).
2. Maak de opvangzak los uit het frame van de
opvangbak (L7).
3. Leeg de opvangzak (L8).
Gebruiken als mulcher
1. Uw maaimachine is uitgerust met een afsluitstop
(L9), die gebruikt kan worden om het gazon te
mulchen.
2. Zet uw maaimachine uit, zoals beschreven in
Gebruik - aan- en afzetten, en ontkoppel de
bougiekabel.
3. Licht de beveiligingsklep op. Schuif de afsluitstop
met een draaiende beweging in de achterkant van
de afvoergoot (L10).
4. Controleer, of de afsluitstop goed vast zit (L11).
5. De afsluitstop blokkeert de verzamelgoot aan de
onderkant van het dek (L12), zodat het afgesneden
gras niet meer wordt opgeraapt.
6. Controleer, of de beveiligingsklep juist is geplaatst
(L13).
Onderhoud
BELANGRIJK
Voer nooit onderhoud uit aan uw maaimachine als de
motor heet is.
Reinigen
BELANGRIJK
Reinig uw maaimachine nooit met water. Gebruik ook
geen chemische middelen, inclusief benzine, of
oplosmiddelen - deze kunnen de belangrijke plastic
onderdelen aantasten.
1. Verwijder de restanten gras onder het dek met een
borstel (M1 & M2).
2. Gebruik een zachte borstel, en veeg alle grasresten
weg bij de luchtinlaten en uitlaat van de motor (M3),
de afstelling voor de snijhoogte (M4), rond de wielen
(M5) en grasopvangbak (M6 en M7).
3. Wrijf met een droge doek het oppervlak van uw
maaimachine af.
Snijmechanisme
Het maaimes verwijderen
N1 of N2 (uitsluitend BBC)
Maak de bougiekabel los.
1. Draai het blad linksom los met een steeksleutel.
2. Verwijder de bout van het blad, het blad en het
vulplaatje.
3. Inspecteer de onderdelen op beschadiging en reinig
het blad.
Het maaimes monteren
N1 of N2 (uitsluitend BBC)
1. Zet het snijblad op de machine zodat de scherpe
randen van de machine af wijzen.
2. Monteer de bout van het blad via het snijblad en het
vulplaatje.
3. Houd het blad stevig vast, en draai de bout goed
aan met een steeksleutel. Draai de bout niet te vast.
Let op
Voor machines die zijn uitgerust met BBC, worden de
beide bouten verwijderd met een zeskantsleutel.
Wees altijd uiterst voorzichtig met het maaimes - de
scherpe randen kunnen letsel veroorzaken.
DRAAG HANDSCHOENEN
Ongeacht van de conditie, dient het metalen
maaimes na 50 gebruiksuren - of 2 jaar, afhankelijk
van welke u het eerste bereikt - te worden
vervangen.
Als het maaimes is gebarsten of beschadigd, dient
dit te worden vervangen door een nieuw maaimes.
De accu opladen (UITSLUITEND 50SE)
P1 - Kabelbundel
P2 - Laadpunt
P3 - Dop
1. Stop de grasmaaimachine.
2. Maak de bougiekabel los.
3. Verwijder de dop van het laadpunt aan de onderkant
van de kabelbundel (fig. P).
4. Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting
van de accu-kabelbundel.
5. Steek de stekker van de lader in een gewoon
stopcontact.
6. De accu wordt nu geladen.
7. Laat de accu gedurende 24 uur opladen.
8. Als de accu is geladen, kan de lader uit het
stopcontact en het laadpunt worden verwijderd.
9. Plaats de dop weer op het laadpunt.
10. De machine kan weer worden gebruikt.
NEDERLANDS - 4