Nederlands
51
6. Gebruik het gereedschap niet voor het knippen van
draad, metalen platen of andere harde voorwerpen.
Het gereedschap kan dan beschadigd raken en letsel
veroorzaken.
7. Als het gereedschap niet normaal werkt en een
vreemd geluid maakt, dit onmiddellijk uitschakelen
en laten inspecteren en repareren.
8. Als het gereedschap is gevallen of tegen een
voorwerp is gestoten, het knipmes en de behuizing
op beschadiging, scheurtjes en vervorming
inspecteren. Gebruik van een beschadigd, vervormd
of gescheurd knipmes kan letsel tot gevolg hebben.
9. Het knipmes niet demonteren. Dit kan letsel tot
gevolg hebben.
10. Dit product produceert trillingen tijdens gebruik.
Dit maakt langdurig continu gebruik lichamelijk
vermoeiend, dus let op een goede werkhouding en
neem regelmatig pauzes. Stop ook tijdens korte
werkperioden onmiddellijk met het werk om te
pauzeren wanneer uw vingers, handen, armen of
schouders vermoeid raken.
11. Gebruik handschoenen of een lap om uw handen te
beschermen wanneer u het knipmes behandelt.
Onzorgvuldige behandeling kan tot letsel leiden.
12. Oefen tijdens het knippen geen overmatige druk uit
op het knipmes aangezien het knipmes beschadigd
kan raken.
13. Het knipmes is na het knippen bijzonder heet. Raak
dit niet aan om brandwonden te voorkomen.
14. Let er op bij het werken op hoge plaatsen dat
niemand beneden staat. Deze kunnen letsel oplopen
in het geval u het gereedschap of een ander
voorwerp per ongeluk laat vallen.
15. Om onvoorziene ongevallen te voorkomen, het
gereedschap nooit onbeheerd laten draaien op een
werkbank of op de vloer.
16. Stel het gereedschap niet bloot aan insecticiden en
andere chemicaliën. Dergelijke chemicaliën kunnen
scheurtjes en andere beschadiging veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR ACCU EN
LADER
1. Laad de accu bij een temperatuur van 0 – 40°C. Als
de accu bij een temperatuur buiten 0 – 40°C wordt
opgeladen, is het mogelijk dat het opladen niet juist
geschiedt en kan de levensduur van de accu korter
worden.
D
e meest geschikte temperatuur is tussen de 20 –
25°C.
2. Wacht ongeveer 15 minuten voordat met het laden
van een andere batterij begonnen wordt.
Laad de accu niet meer dan 2 uur op.
3. Voorkom dat stof of vuil in de aansluitopening van
de accuterecht komt.
4. Demonteer de oplaadbare batterij of acculader niet.
5. Voorkom kortsluiting van de oplaadbare batterij.
Kortsluiting kan resulteren in oververhitting. Dit kan
schade of brandgevaar opleveren.
6. Gooi de batterij niet in het vuur. Een brandende
batterij kan ontploffen.
OPMERKINGEN BIJ GEBRUIK LITHIUM-ION
BATTERIJ
De lithium-ion batterij is voorzien van een
beschermingsfunctie die volledige ontlading van de batterij
voorkomt waardoor de levensduur wordt verlengd.
In geval 1 tot 3 hieronder kan de motor tijdens het
gebruik van het product tot stilstand komen, zelfs wanneer
u de schakelaar ingedrukt houdt. Dit geeft geen probleem
met het product aan maar wordt veroorzaakt door de
beschermingsfunctie.
1. De motor komt tot stilstand wanneer de batterij
leeg is.
De batterij moet in dit geval onmiddellijk opgeladen
worden.
2. De motor kan tot stilstand komen wanneer het
gereedschap overbelast is. Laat de schakelaar
onmiddellijk los en zoek naar de oorzaak van de
overbelasting. Wanneer u het probleem verholpen
heeft kunt u het gereedschap opnieuw gebruiken.
3. Wanneer de batterij oververhit is door overbelasting,
kan het zijn dat de batterij stopt. In dit geval gebruikt
u de batterij niet verder en laat u ze afkoelen. Daarna
kunt u haar opnieuw gebruiken.
Gelieve eveneens aandacht te schenken aan volgende
waarschuwing en aandachtspunt.
WAARSCHUWING
Om acculekken, het opwekken van warmte, rookemissie,
explosie en ontsteking bijtijds te vermijden, moet u ervoor
zorgen volgende voorzorgsmaatregelen onder de
aandacht te brengen.
1. Zorg ervoor dat er geen spaanders en stof op de
accu ophopen.
⅜ Zorg er tijdens de werkzaamheden voor dat er geen
spaanders en stof op de accu kunnen vallen.
⅜ Zorg ervoor dat de spaanders en stof die tijdens het
werk op het elektrisch gereedschap vallen zich niet
op de accu ophopen.
⅜ Bewaar een ongebruikte accu niet op een plaats
waar het aan spaanders en stof wordt blootgesteld.
⅜ Verwijder alle spaanders en stof van een accu
voordat u hem opbergt en bewaar de accu niet op
dezelfde plek als metalen onderdelen (schroeven,
spijkers, enz.).
2. Doorboor de accu niet met een scherp voorwerp,
zoals een nagel, klop er niet op met een hamer,
stap niet op de accu of gooi er niet mee of stel hem
niet bloot aan ernstige fysieke schokken.
3. Gebruik geen zichtbare beschadigde of vervormde
accu.
4. Gebruik de accu niet met een omgekeerde polariteit.
5. Sluit hem niet rechtstreeks aan op elektrische
toestellen of fittingen van sigarettenaanstekers in
wagens.
6. Gebruik de accu niet voor andere doeleinden dan
deze die gespecificeerd werden.
7. Wanneer de accu niet kan worden opgeladen, zelfs
nadat de specifieke oplaadtijd verstreken is, stopt u
onmiddellijk met het opladen.
8. Breng de accu niet op hoge temperaturen of drukken
of stel ze er niet aan bloot, zoals in een
microgolfoven, droger of een hogedrukcontainer.
9. Blijf uit de buurt van vuur onmiddellijk nadat een
lek of vieze geur werd vastgesteld.
05Ned_CH14DSL_WE 10/27/10, 15:1351